Participatie
Hoe kan een docent bevorderen dat méér (liefst alle) studenten nadenken en meedoen?
Een vraag vooraf bij het kijken naar dit fragment.
Als de docent de vraag ‘Wat is de symmetriegroep van een appel?’ stelt voegt hij daar terloops aan toe dat ‘wie hét al weet’ zijn mond moet houden. Welk effect heeft die toevoeging? Hoe zou deze episode wellicht verlopen zijn als hij dat niet gezegd had?
Deze docent geeft op een grappige manier een kijkje in zijn keuken.
Na het stellen van een informatieve vraag geldt eigenlijk de regel: “wie het weet mag het zeggen”. Voor een docent in een volle collegezaal is dat helemaal niet zo’n handige regel: één goed antwoord van één student – en het denkproces van alle anderen (die misschien meer tijd nodig hebben) is kortgesloten.
Dat is niet wat hij wil: hij introduceert een nieuwe regel ..
Patstelling? De regels veranderen?
Maar als degene die het wél weet zijn mond moet houden, wordt het wel ingewikkeld. Hoe nu verder?
Is er nog wel iemand die antwoord kan geven?
Het gaat kennelijk niet om kant-en-klare antwoorden maar om brainstormen, nadenken over. En dat is precies wat er gebeurt..
De ontstane complexiteit is sommige studenten niet ontgaan. Eén van hen, vooraan, maakt daar een schertsende opmerking over (moeilijk te verstaan: zoiets als “.. dan kan niemand meer wat zeggen ..”). Er wordt gelachen, de docent lacht mee.
Zo’n lachend commentaar in de trant van “is het niet een beetje ráár wat u daar zegt?” is nogal uitzonderlijk in een groot hoorcollege. Het geeft aan dat er binnen de traditionele institutionele rollen een heel open, informele sfeer kan ontstaan.
terug naar Interactieve vragen
dóór naar Appel2