In collegesituaties heeft “Zijn er nog vragen?” vaak de functie van een rituele formule die eigenlijk aangeeft dat de docent ‘door’ wil naar het volgende onderwerp. Studenten zijn zich hier tedege van bewust. Als je als docent studenten echt wilt aanmoedigen met vragen te komen, zul je dat duidelijk moeten maken. Docenten doen dat over het algemeen non-verbaal: ze pauzeren en kijken rond. Daarbij kan het vrij lang duren tot studenten echt met hun vragen komen (zie ook: Wachten, wachten).
Deze docent laat zien dat hij inderdaad echt graag vragen wil. Hij pauzeert lang (ca. 6 seconden) en kijkt de zaal rond (niet te zien op video). Bovendien reageert hij op de eerste vraag uit de zaal met een compliment voor de student die de vraag stelde: “dat is ‘n hele goeie vraag, ben ik gewoon vergeten te zeggen.” Ook bij de tweede vraag prijst hij de student voor diens opmerkzaamheid en laat daarmee zien dat hij vragen van studenten op prijs stelt.
Zijn “Andere vragen van praktische aard?” is duidelijk ook echt anders van karakter: de vraag klinkt minder uitnodigend en hij wacht ook minder lang af. Hier hebben we wél te maken met een overgang. Studenten voelen dat intuitief aan: er meldt zich niemand meer. Het college kan verder gaan.