In collegezalen worden veel vragen gesteld zowel door docenten als door studenten. Kunnen we nagaan wat van belang is bij het stellen van vragen en de respons die er op komt in specifieke onderwijssituaties? In deze rubriek ziet u voorbeelden van de manier waarop ervaren en minder ervaren universitaire docenten omgaan met vragen in en om colleges. De annotaties proberen hun strategieen inzichtelijk te maken, zodat over de vraag ‘hoe, wat, wanneer’ gerichter nagedacht kan worden.
We nemen eerst een paar traditionele typen vragen onder de loep.
Retorische vragen
Retorische vragen leiden niet tot interactie in stricte zin: ze leiden niet tot wisseling van spreker. Ze dienen om een redenering of denkproces te ondersteunen en te structureren. En om studenten uit te nodigen actief mee te denken over wat een relevante volgende stap in een lopend betoog (verhaal, reeks algoritmen of formules, e.d.) zou kunnen zijn.
Interactieve vragen
Iedereen is het er over eens dat interactie tussen docent en studenten in een college belangrijk is, zelfs in grote groepen. Het is belangrijk voor de motivatie en het leren van de studenten. Bovendien krijg je als docent zo informatie over wat zich in de hoofden van de studenten afspeelt. Lang niet altijd is er een student die zich spontaan aanbiedt. In formele collegesituaties is de drempel om publiekelijk iets te zeggen hoog en moet je als docent extra werk verrichten om mensen te verleiden hun mond open te doen (lichaamstaal, wachten, toon, kijken e.d.).
Feedback: vragen van studenten
Het is belangrijk dat studenten het gevoel hebben dat zij vragen kunnen/mogen stellen aan de docent. Als docent wil je immers weten wat er onder je studenten leeft, hoe ‘de stof’ overkomt, wat onduidelijk of moeilijk is, waarover misverstanden bestaan. Als je inzicht hebt in wat er in de hoofden van studenten omgaat kun je daarop inspelen en eventueel tijdig bijsturen. En: vaak hebben ze heel andere vragen dan jij had geanticipeerd.