Iedere docent – ook een ervaren docent – verspreekt of vergist zich wel eens, heeft even iets niet paraat, maakt een fout op het bord of iets dergelijks. Beginnende docenten zijn daar vaak als de dood voor omdat ze denken dat daarmee hun autoriteit wordt aangetast.
Deze docent benadrukt in een interview dat het idee dat een college een soort vlekkeloze performance zou moeten zijn (vgl. Goffman 1981:242 ‘the production of seemingly faultless fresh talk..’)waar de studenten achterover kunnen gaan leunen, hem niet zo aanstaat. Versprekingen, fouten, horen er bij en kunnen ook een positief effect hebben: de studenten worden meer gemotiveerd om mee te denken: worden geactiveerd.
Het incidenteel iets niet weten of een fout maken hoeft niet te leiden tot gezichtsverlies van de docent – en kan de betrokkenheid van de studenten bij het college vergroten. Ook hier geldt dat het in een eerste college anders werkt dan later, als de docent al een krediet heeft opgebouwd.