De docent, Edgar du Perron, heeft zichzelf in dit eerste avondcollege aan eerste jaars studenten uitgebreid voorgesteld (Kennismaking). Hij kondigt aan dat hij door zal gaan met een aantal praktische mededelingen – maar vraagt eerst of er nu al vragen zijn.

Ja dus – iemand vraagt of hij familie is van DE Edgar du Perron?
Dat is een vraag die je in een massaal hoorcollege niet zou verwachten. Maar dat deert de docent niet. Eerst een grap.
Hij evalueert de vraag op een speelse manier: dit is een ‘nare’ vraag die mijn ijdelheid niet streelt; kennelijk ben ik zelf niet DE ‘E-du-Perron’! Daarna het antwoord: ja, zijn grootvader was de E-du-Perron op wie de student doelt. Deze had een hekel aan juristen, maar dat heeft zijn vader en hemzelf er niet van weerhouden rechten te gaan studeren. Hij maakt dan via zijn kinderen een bruggetje terug naar het college: die zullen nog ter sprake komen als de aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen geillustreerd wordt in dit college Aansprakelijkheidsrecht. Hij kan daarop – als gepland – naadloos verder met de “mededelingen voor land- en tuinbouw” (zakelijke medelingen;: snel terug naar het college.

De vraag en vooral de reactie van de docent – met humor maar ook zakelijk en efficient – zetten aan het begin van het eerste college de toon voor het vervolg. Ze geven studenten het vertrouwen dat deze docent ook met ‘rare’ vragen uit de voeten kan – deze persoonlijke vraag is immers enigszins ‘buiten de orde’ in een groot hoorcollege met 400 man. Het is waarschijnlijk geen toeval dat er in dit avondcollege veel méér vragen kwamen dan in het zg. ‘identieke’ middagcollege ..

Reageren op vragen

Eén reden waarom studenten soms aarzelen een vraag te stellen tijdens een college is dat de docent zich soms laat verleiden tot uitweidingen en onderonsjes die door de andere studenten als irrelevant worden ervaren.

Als ze het vertrouwen hebben dat de docent daar op een professionele, efficiente manier mee om gaat, verlaagt dat de drempel om zelf ook iets te vragen. Als de vraag al dom of niet ter zake is zal de docent daar wel iets op vinden – er is geen risico dat ze áf gaan ..