Hoor- en werkcolleges zijn formele institutionele interacties (zie ook: Verdieping) in de zin dat doel, plaats, tijd en de rollen van de (vele) deelnemers van te voren min of meer vast staan. De docent heeft meer rechten en plichten dan de studenten. De asymmetrische rolverdeling tussen docent en studenten heeft allerlei gevolgen voor de coordinatie van het spreken en luisteren: hoe je grote aantallen mensen bij een discours betrekt en dat in goede banen leidt.
Hoe een docent het college ook inricht, of hij informele gespreksvormen uitlokt of toelaat, vormen van groepswerk of zelfwerkzaamheid inlast, uiteindelijk heeft hij/zij de regie.
De formaliteit van een college komt ook tot uiting in de opstelling in collegezalen. Over het algemeen opereert de docent vanuit een soort eilandje: een katheder op een podium of een tafeltje apart vóór in de zaal. De afstand tussen de docent en de studenten is (veel) groter dan die tussen de studenten onderling. Dat bemoeilijkt de terugkoppeling met het publiek, ook visueel (zie nonverbale communicatie). Daar zal de docent dus extra moeite voor moeten doen; dat gaat niet vanzelf.
We gaan eerst kijken naar de ruimtes waar het onderwijs gegeven wordt. Dit is een typische hoorcollegezaal aan de UvA:
In deze zaal passen wel 500 studenten. De opstelling is dezelfde als in een bioscoop of theater. Alle aandacht is gericht op het podium waar één docent vaak een zorgvuldig voorbereide monoloog afsteekt. De studenten worden geacht voornamelijk te luisteren – en daar iets van op te steken.
De zalen waarin werkcolleges worden gegeven zien er heel anders uit:
Deze ruimte is aanzienlijk kleiner en de opstelling van stoelen en tafels is meer flexibel. Iedereen kan elkaar zien: dat bevordert de interactie – en dus de feedback. Maar de docent blijft de regie houden ook al is de sfeer soms informeel.
Deze opstelling hangt samen met het doel van werkcolleges: dat de studenten zelf actief een bijdrage leveren aan het gesprek of de geplande activiteit – vaak op basis van opdrachten die zij van te voren hebben voorbereid. Wat de beste opstelling is hangt daar natuurlijk mee samen.
Opstelling werkcollege
Schroom niet de opstelling van je lokaal (structureel) te veranderen – of mensen naar voren te halen – als dat beter is voor wat je van plan bent. Het geeft gedoe aan het begin (en aan het eind) van het college – maar vaak verdient dat zichzelf terug ..
De Studio Classroom
Op het Amstel Instituut (FNWI) heeft men de beschikking over moderne collegezalen waarin hoor- en werkcolleges worden gecombineerd en geïntegreerd in een opstelling met practicumfaciliteiten (zie Andere onderwijsvormen).
Niet alle faculteiten beschikken over zulke riante voorzieningen. Maar ook in gewone collegezalen is het mogelijk even een moment in te lassen waarin de studenten intensief bezig zijn met een object, een tekst, met beeld- of geluidmateriaal (al dan niet via Internet/Blackboard).
Genres en gespreksrollen
Waar je bij hoorcolleges in eerste instantie denkt aan een monoloog, ‘verhaal’ of ‘betoog’ van de docent, gaat het in werkcolleges vaker om discussies, vraag-antwoord sequenties, groepswerk, e.d.. Hoe de gespreksrollen precies worden ingevuld hangt natuurlijk af van het vak, de aard van de leerstof en de specifieke groep studenten (1e jaars/ouderejaars/avondstudenten; nieuwe groep/onbekende groep; e.d.).
Op de schaal formeel-informeel is een werkcollege duidelijk informeler. De studenten hebben meer inbreng en initiatief. Vaak is de docent minder aan het woord en moet hij/zij vaker improviseren.
Interactie met velen
Het verschil tussen hoorcollege en werkcollege kan geillustreerd worden aan de hand van problemen die docenten melden met betrekking tot beide collegevormen. Docenten klagen soms dat bij hoorcolleges de studenten niet luisteren, terwijl ze bij werkcolleges juist te weinig zeggen.
Tot zover de stereotypen over de twee meest voorkomende ‘face-to-face’ onderwijsvormen. Het wordt tijd ze nauwkeuriger onder de loupe te nemen en te kijken welke ruimte ze bieden om een duidelijke structuur te combineren met actieve participatie van de studenten.
Onder invloed van technologische ontwikkelingen ontstaan er ook dagelijks nieuwe vormen van (computer-mediated) communicatie ten behoeve van het onderwijs (web colleges; Blackboard; wiki’s etc.).
Wij beperken ons in deze site tot traditionele collegesituaties.