In dit fragment gebruikt de docent de metafoor van opgesloten zijn, van een gevangenis met tralies waardoor je naar je eigen tijd kijkt, om een complex abstract begrip bij Kant en Hegel: ‘het absolute’ te verduidelijken. Daarmee biedt hij ook een handreiking aan de studenten om over het huidige tijdsgewricht na te denken: ” ..dat je niet alleen opgesloten zit in je eigen tijd .. ” “niet alleen door de tralies van je eigen tijd naar de geschiedenis kunt kijken …” .
Ontsnapping is mogelijk. De eigen tijd blijkt meer een doorgangshuis dan een gevangenis te zijn ..