Toon dit filmpje in een eigen scherm.
In een eerste college zijn er vaak zakelijke mededelingen over collegetijden/zalen, tentamens, studieboeken, e.d. In dit fragment wil de docent nog even iets zeggen over de voorgeschreven druk van het studieboek waarvan hij zelf de auteur is. Hij gebruikt daarvoor de stem van een fictieve student (“Meneer van Heerikhuizen, mogen wij ook …?”). Zo wordt zijn uitleg een respons op wat een of meer studenten uit de groep zouden kunnen vragen. Die studentvraag komt op deze manier niet zo maar uit de lucht vallen, is relevant gemaakt.
Door eventuele vermoedens van winstbejag die bij de studenten zouden kunnen leven zo expliciet te benoemen (en ook nog eens te bevestigen!) worden ze deels een grap en dus onschadelijk gemaakt. Bovendien schept de docent een plaats waarin hij inhoudelijke overwegingen om geen druk van vóór 2003 te willen gebruiken uit de doeken kan doen.