Interactie in het hoorcollege: “Ik heb nog iets bij me.”
In deze video een voorbeeld van een docent die er in slaagt een werkcollege-achtige interactie tussen hemzelf en de studenten in te voegen in een hoorcollege: een episode waarin de docent er in slaagt een groot aantal studenten actief te laten participeren na het stellen van een vraag. Als je niet beter wist zou je denken dat het om een werkcollege gaat. Het is een collegesituatie met ca. 70 studenten maar er is duidelijk sprake van tweerichtingverkeer.
Het grootste deel van dit college heeft de docent met de 1e jaars studenten op het bord (de ultieme Powerpoint noemt hij dat) de formele eigenschappen van symmetriegroepen doorgenomen en geoefend. Dan volgt een caesuur. Hij draait zich om, loopt weg van het bord richting tafel, opent een plastic tas die daar ligt, en zegt, met een lachje, op bijna samenzweerderige toon: ‘ik heb nog wat bij me ..’
BKO
Gebeuren er in dit fragment dingen die meestal niet in een hoorcollege voorkomen?
Beinvloeden de studenten de loop der gebeurtenissen? Zo ja, hoe?
Toon dit filmpje in een eigen scherm.
De studenten roepen spontaan dingen, lachen en maken grappen (bijv. het veelbetekenend langgerekte ‘Ja-aa’ over de bobbeltjes waar de pitjes zitten). De docent hóórt dat, pikt het op en reageert daar dan weer op. Dat zijn spontane conversationele beurtwisselingen, geen formele institutionele met lange pauzes er tussen (zie ook: When is a question?).
Het is een toegift: de abstracte noties waar eerder in het uur mee gewerkt is worden meer in de alledaagse werkelijkheid van de studenten ingebed.