Het hoorcollege als interactief genre
Bij hoorcolleges denken we aan een enorme zaal waarin één (hoog)geleerde man of vrouw aan het woord is en veel, soms heel veel, studenten luisteren. Er wordt af en toe wel een vraag gesteld of een opmerking gemaakt, maar in feite is het (conversationele) recht voor studenten om initiatieven te nemen of zo maar, spontaan, iets te zeggen of te doen sterk ingeperkt of opgeschort. De rollen in deze institutionele setting zijn nu eenmaal ongelijk verdeeld.
Hoe weten we of studenten actief iets doen met de aangeboden stof? Gebeurt er wel iets in die hoofden? Hoe krijg je daar informatie over als de studenten niks mogen zeggen? Een van de dingen die je kunt doen, is goed kijken naar je studenten. Dan blijkt dat er wel degelijk sprake is van interactie tussen docent en studenten (en soms tussen studenten onderling), al dan niet verbaal.
We gaan eens kijken in een paar van die zalen waar studenten zitten te luisteren.
Luistergedrag nonverbaal
1e college Inleiding Sociologie voor antropologen; 1e of 2e jaars studenten
Anecdote over de socioloog Comte ..
Luistergedrag onderonsje
1e college Inleiding Sociologie voor antropologen; 1e of 2e jaars studenten
Kernvragen in de sociologie. Hier de vraag:
‘Wie heeft autoriteit over wie?’
Wie is er aan ‘t woord?
De vraag wie er aan het woord is bij een hoorcollege, lijkt wel een erg open deur. Een hoorcollege is traditioneel een monoloog van de docent. Maar als je heel precies gaat kijken, begint dat plaatje te schuiven, wordt het complexer.
Docenten spreken vaak voor en door anderen, als een soort buiksprekers (vgl Bakhtin; Rommetveit). Ze introduceren allerlei andere stemmen in hun ‘verhaal’: die van de doorsnee student, de stem van het gezonde verstand, van een sceptische luisteraar of advocaat van de duivel, van zichzelf in een andere rol, van een buitenstaander. Daarmee doorbreken zij de dreigende één-tonigheid. Zo kan een theatrale meerstemmigheid ontstaan waarbij de strikte scheiding tussen Spreker en Hoorder vervaagt. Het luistert nauw – maar als studenten zich herkennen in de ingevoerde persona kunnen zij zich diens woorden toeeigenen en zich actief bij het lopende discours betrokken voelen – ook al nemen zij er, in strikte zin, geen deel aan.
Hieronder twee ongecompliceerde voorbeelden van ‘spreken voor anderen’:
Meerstemmigheid 1
Methoden van Onderzoek
Psychologie
Hoorcollege
Een docent kan de studenten sprekend opvoeren, woorden in de mond leggen …
Meerstemmigheid 2
Inleiding Sociologie
Hoorcollege
Zonder een interactieve vraag te stellen …